St. Paul Raceteam: Tweede seizoenhelft start met positieve tussentijdse bilan
De Belcar Historic Cup powered by St. Paul is exact halfweg het seizoen en dus is het tijd om de zaken even te evalueren en wat meer duidelijkheid te scheppen in de zee van platformen en klassen waarin een gewone sterveling door de bomen het bos niet meer ziet. We trachten via deze tekst een lijn te trekken en aan te tonen waar de vier piloten binnen St. Paul Raceteam zich bevinden halfweg het kampioenschap.
Indeling van de platformen en de klassen
De Belcar Historic Cup powered by St. Paul wordt georganiseerd door promotor BRAVO (Belgian Racing Automobile Vintage Organisation) en is eigenlijk één groot peloton waarin vier verschillende platformen elk afzonderlijk hun Belgisch kampioenschap betwisten. Binnen elk van deze vier platformen zijn er nog verschillende klassen volgens de cilinderinhoud van de wagen. Deze rijden niet voor een Belgisch kampioenschap, maar krijgen een apart kampioenschap binnen de organisatie van promotor BRAVO. Bij St. Paul Raceteam hebben ze het zo aan boord gelegd dat de vier wagens elk afzonderlijk thuis horen in een verschillend platform. Zodoende vormen ze onderling geen concurrentie en kunnen elk hun eigen kampioenschap betwisten binnen hun respectievelijke platform en klasse.
Vier Platformen voor vier Belgische titels
Het is geen sinecure om de vier platformen uit elkaar te halen en daar de respectievelijke piloot van St Paul Raceteam bij te plaatsen. Via onderstaande tekst trachten we het kluwen een beetje te ontwarren.
Tussen de verschillende platformen wordt vooral rekening gehouden met de leeftijd van de wagen en het feit of de wagens al dan niet over een FIA Historic Technical Passport (HTP) beschikken. Een dergelijk paspoort, uitgereikt door de FIA (Federation International Automobile) is enkel voor wagens die nog steeds rijden zoals in hun productiejaar en technisch nog steeds identiek zijn als destijds.
Voorlopig is er maar één platform die rijdt volgens HTP en dit zijn wagens met een bouwjaar van 01/01/1947 tot 31/12/1981. Deze vallen onder Platform 1. Zij mogen dus niet afwijken zoals ze vroeger raceten en dat is grotendeels ook de reden waarom dit platform vrij onderbemand is. De originele onderdelen zijn amper te vinden en bovendien peperduur. De Klasse 1 is de speeltuin van Dieter Kuijl met zijn originele Ford Capri RS 2600 Weslake.
De wagens binnen platform 2 zijn quasi identiek inzake bouwjaar en uitzicht als platform 1, maar mogen bepaalde technische evoluties monteren. Zij mogen in functie van snelheid en veiligheid bepaalde onderdelen vervangen, maar die moeten dan wel gerelateerd zijn aan het merk en ook de jaartallen tussen 01/01/1947 en 31/12/1981 moeten worden gerespecteerd. Deze wagens hoeven niet te beschikken over een FIA Historisch Paspoort, maar wel over een NTP of een Nationaal Technisch Paspoort. Hier zien we Wim Kuijl aan het werk in zijn waanzinnig snelle Ford Capri RS 3100 Cosworth. Deze wagen heeft echter wel een Historisch Technisch Paspoort (HTP) en mag rijden binnen Platform 1. Maar binnen het team heeft men gekozen om toch maar tussen de NTP-wagens te gaan rijden om geen concurrentie te vormen met zijn vader in Klasse 1. Een keuze die reglementair perfect mogelijk is.
Wijzigingen binnen het FIA reglement
De platformen 1 & 2 waren de wagens die volgens een vroeger reglement behoorden tot de echte Historic Cup met een bouwjaar tot eind 1981. Daarnaast hadden we ook races voor Youngtimers voor wagens van 1982 tot 1990. Maar een paar jaren geleden heeft de FIA (Federation International Automobile) beslist om de leeftijd van alle ‘Historics’ op te trekken tot 1990. Zodoende zijn de Youngtimers van vroeger, volgens deze officiële instantie, ook Historics geworden. Uiteraard gaat het hier over wagens die over het algemeen een pak sneller zijn dan wagens uit de platformen 1 & 2. En om de piloten uit de platformen 1 & 2 niet te ontmoedigen werden de vroegere youngtimers door de promotor ondergebracht in een apart platform 3.
Men heeft dus binnen het reglement van de Belcar Historic Cup een platform 3 gecreëerd voor toerwagens en GT-wagens met een bouwjaar tussen 01/01/1982 en 31/12/1990. Hier wordt geen onderscheid gemaakt tussen wagens met een FIA Historisch technisch paspoort of Nationaal Technisch Paspoort. Gewoon omdat er momenteel te weinig wagens zijn die voldoen aan de eisen van het FIA HTP paspoort. Binnen St-Paul zien we hier binnen platform 3 Samuel Verheggen aan het werk in zijn knappe Mercedes 190 16V AMG.
Tenslotte is er platform 4, de vroegere nineties voor wagens met een bouwjaar van 1991 tot en met 2000 en met een maximale cilinderinhoud tot 2500cc. Dit platform is enkele seizoenen geleden in het leven geroepen om enerzijds ex Belcar-wagens en Cup wagens een tweede leven te geven en anderzijds om het peloton wat te spekken inzake kwantiteit. De cilinderinhoud is wel gelimiteerd tot 2500cc om geen wildgroei van razendsnelle en dikke GT’s te creëren en uiteraard ook om het veilig te houden tegenover de echte historische wagens die een pak minder snel zijn. Gezien deze wagens volgens de FIA nog niet aanzien worden als historisch, is er dan ook geen FIA Historisch Paspoort (HTP) voor handen en moeten deze wagens beschikken over een Nationaal technisch paspoort. (NTP). Hier vinden we Tim Kuijl terug met zijn bijzonder knappe BMW E36 V6 2.5 liter.
Klassen
Naast de platformen die we hierboven uit de doeken deden, heeft iedere platform ook verschillende klassen volgens de cilinderinhoud. Zodoende kan bvb een Mini Cooper van 1000cc binnen zijn klasse ook de strijd aangaan voor een beker en een klassement binnen de BRAVO. En bovendien kunnen ze langs deze weg ook deels uit de schaduw treden van bvb een dikke Porsche die in dezelfde platform rijdt maar dan wel uitkomt in een hogere klasse.
Iedere platform telt vijf klassen.
Klasse A: <1301cc
Klasse B: 1301cc – 1600cc
Klasse C: 1601cc – 2000cc
Klasse D: 2001cc – 2500cc
Klasse E: >2501cc
Klasse E is uiteraard niet van toepassing in platform 4 omdat deze is gelimiteerd tot 2500 cc.
Puntentelling voor het kampioenschap
Er zijn in totaal zes weekends van telkens twee races. Er is geen cumul van het weekend inzake de puntendeling voor de kampioenschappen. In totaal worden twaalf races gereden. Van die twaalf races worden de negen beste resultaten in rekening gebracht om de kampioenen in de platformen en de klassen te bepalen. Iedere piloot moet dus zijn drie minst goede resultaten in mindering brengen. Dat brengt met zich mee dat een pechweekend, ziekte, reis, enz. niet het einde van het seizoen betekent voor de piloot in kwestie. Ideaal voor een kampioenschap voor de pure amateur.
De puntentelling zelf is zeer democratisch waarin ook een minder snelle wagen zijn kans krijgt om hoog te scoren in zijn platform. Er zijn immers evenveel punten te verdienen in de platformen als in de klassen. De punten van de platform en de klasse worden aan de meet gecumuleerd. Dat brengt met zich mee dat minder gefortuneerde rijders die minder snelle wagen besturen toch veel punten kunnen pakken in hun klasse en deze meenemen naar hun respectievelijk platform en de kampioensrijders het leven lastig kunnen maken.
Tussenstanden van de piloten binnen St. Paul Raceteam
De tussenstanden van St. Paul Raceteam na zes van de twaalf races en voorlopig zonder rekening te houden met één van de drie verplichte schrapresultaten. Op die manier blijft de spanning in elk van de vier platformen en kan de situatie wijzigen na iedere race.
In platform 1 staat Dieter Kuijl met zijn Ford Capri RS 2600 Weslake mooi aan de leiding met vier zeges op zes wedstrijden. Tijdens de tweede race in Francorchamps verloor hij echter veel punten door een niet voorzien pitstop toen een van de kelken op de motor was afgebroken. Hij wordt in de tussenstand op de hielen gezeten door de Ford Escort MK1 van Bas Van Elderen. Uiteraard staat Dieter ook aan de leiding in de klasse 1 E.
Wim Kuijl staat met zijn Ford Capri 3100 RS Cosworth in op een voorlopige tweede plaats in platform 2 dat enkele héél snelle wagens huisvest. Ondanks het feit dat Wim drie van de zes wedstrijden wist te winnen telt de Mazda RX3 van Gust Van Haelst voorlopig vier luttele puntjes meer in de tussenstand. Maar om het kampioenschap overtuigend te winnen, is er nog wat werk aan de winkel inzake de remmen van de Capri die te snel op temperatuur komen en degraderen naargelang de wedstrijd vordert. Dit is niet alleen enorm frustrerend voor de piloot, maar dit gaat ook gepaard met verlies van punten.
Samuel Verheggen bevindt zich binnen platform 3 in een zeer snelle groep van wagens die steeds voor de algemene zege gaan. De Mercedes 190 16V is een snelle bolide, maar de concurrentie is met hun Porsches 964 en BMW’s M3 niet van de poes. Daarenboven trapte Samuel tijdens het eerste raceweekend in Zolder door zijn remmen en parkeerde zijn Mercedes in de zandbak. Hij zit in de achtervolging en moet zich meer toeleggen op de punten in de klasse dan in de platform 3. In de klasse 3D staat hij als enige Mercedes op een derde plaats te midden een peloton BMW’s. In platform 3 staat hij door zijn 0-resultaat in Zolder op een voorlopige negende plaats. Het 0-reultaat van Zolder kan hij uiteraard gebruiken als één van de drie schrapresultaten.
Tenslotte hebben we in platform 4 met Tim Kuijl een tweede wagen die reeds een 0-resultaat achter zijn naam heeft. Tim won met zijn snelle BMW E36 2.5L vijf van de zes races, maar in de tussenstand van de huidige klassering is dit niet genoeg om de leiding te pakken die nu in handen is van een identieke BMW 325 van het duo Thaens/Theunissen. Rekening houdende met het schrapresultaat staat Tim uiteraard virtueel aan de leiding, maar dat is stuff voor later.
Concreet kunnen we stellen dat drie van de vier wagens binnen St. Paul Raceteam in aanmerking komen voor de Belgische titel in hun respectievelijk platform en eentje dat er alles aan doet om zo hoog mogelijk te scoren binnen zijn klasse.
De tussentijdse bilan binnen St. Paul Raceteam is dus zeer positief en met nog zes races te gaan in Zolder, Francorchamps en de Nürburgring moeten ze in staat zijn om drie van de vier Belgische titels te verzilveren en vier klasse-titels binnen de organisatie van BRAVO.